Geloof in je werk

christen zijn op je werk

Heb jij een doek voor je gezicht?

Mozes kwam de berg af met de nieuwe stenen tafelen. Aäron en de andere Israëlieten schrokken zich te pletter.

Ze deinsden terug omdat ze bang werden voor Mozes. Mozes had namelijk niet door dat zijn gezicht straalde omdat hij een ontmoeting met de Heer had gehad.

Een doek voor je gezicht

Nadat Mozes had gezegd dat ze niet bang hoefden te zijn deed hij een doek voor zijn gezicht. Het gevolg was dat de Israëlieten de glans op zijn gezicht niet meer konden zien (zie Ex. 34:29-35).

Doe jij ook een doek voor je gezicht nadat je een ontmoeting met de Heer hebt gehad? Zien de mensen om je heen het als je Hem hebt gesproken? Merken je collega’s het als je bij de Vader op bezoek bent geweest?

Hoe weet je nu of je een doek voor je gezicht hebt? Naar mijn idee is de hedendaagse variant van een letterlijke doek voor je gezicht een bepaald patroon in je denken. Je doet vandaag de dag niet meer letterlijk een doek voor je gezicht maar je hebt wel een bepaald denkbeeld wat ervoor zorgt dat anderen de glans op je gezicht niet kunnen zien.

Enkele voorbeelden van denkpatronen die doeken voor je gezicht kunnen zijn:

  • Werk is niet belangrijk voor God
 Je houdt je geloof buiten je werk, je denkt dat je werk niet belangrijk is voor God. Dat het er niet toe doet omdat het niet geestelijk is.

  • Werk heeft geen waarde voor God
 Je denkt dat je werk niets met de eeuwigheid te maken heeft, dus geen waarde voor God heeft.

  • Werk vormt een belemmering voor mijn bediening 
Je werk is ondergeschikt aan je ‘echte’ werk: het werk in de gemeente. Werk is alleen maar vervelend omdat het dat echte werk in de weg zit.

  • Geestelijk werk is belangrijker dan seculier werk 
Je denkt dat je werk minder belangrijk is dan het geestelijk werk van een voorganger, zendeling of evangelist. Dit is de Sacred-Secular Divide (SSD).

  • Werk heeft niets met het Koninkrijk te maken 
Je denkt dat je werk buiten het Koninkrijk van God staat en dus minderwaardig is.

Vaak komen deze denkpatronen voort uit een verkeerd beeld van de oorsprong van werk. Deze denkpatronen, doeken voor je gezicht, zorgen ervoor dat anderen de glans op je gezicht niet kunnen zien.

Onbewust houd je je geloof en je relatie met God volledig buiten je werk. Onbewust doe je een doek voor je gezicht. Daardoor zien de mensen om je heen niet dat je straalt omdat je een ontmoeting met de Heer hebt gehad.

Hoe kun je deze doeken weghalen?

We hebben enkele voorbeelden van doeken gezien. Wellicht kun je zelf ook nog één of meerdere andere voorbeelden bedenken. Hoe krijgen we deze doeken nu van ons gezicht zodat mensen de glans op ons gezicht wel gaan zien?

Aangezien deze doeken (denkpatronen) zich in ons denken bevinden is dat ook de plaats waar we ze moeten aanpakken. De Bijbel zegt:

“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.” (Rom. 12:2 NBG)

Om hervormd te worden moet je beginnen bij het vernieuwen van je denken. Als we veranderd willen worden zullen we deze denkpatronen moeten aanpakken, vernieuwen.

We zullen deze denkpatronen moeten vervangen door waarheden die wél kloppen, waarheden die geen belemmering vormen om de glorie van God van je af te laten stralen.

De waarheden tegenover onze eerdere voorbeelden:

Vervang zo je verkeerde denkbeelden door de waarheden. Haal zo de doek voor je gezicht weg. Laat zo je licht schijnen voor de mensen (Mat. 5:16).

Durf te stralen!

Vraag: Welke doek(en) heb jij voor je gezicht en hoe ga je ze weghalen?

Categorie: Theologie van werk